In Art I Trust

EIGEN KUNST EERST

blog door Vincent Bruijn 

Kunst blog, artikelen over beeldende kunst, hedendaagse kunst. Kunstblog Eigen Kunst Eerst! wordt geschreven vanuit Amsterdam.
Blauw


Vorig jaar januari, op Blue Monday, schreef ik een stukje over blauw, waarin ik refereerde aan een potje pigment dat ik vroeger op mijn atelier aan de Singelweg 28 in Groningen op mijn bureau had staan. Inderdaad heb ik een poging gewaagd het terug te vinden tussen de spullen op zolder, maar helaas, ik vond het niet. Toch heb ik weer een potje blauw pigment op mijn bureau staan...

Vorig weekend was ik op zoek naar een kindvriendelijke buitenattractie halverwege Leiden en Hoorn en kwam ik uit bij de Zaanse Schans: een bezoekje dat leidde tot een mooie samenkomst van familiebanden, herinneringen en Hollandse souveniers.

De eerste en ook de laatste keer, sinds vorig weekend, dat ik in Zaandam de Zaanse Schans bezocht, moet in 1991 of 1992 geweest zijn. Ik kan me de tingieterij nog herinneren, waar lepeltjes en borden gegoten werden. Het gestolde vliesje bovenop het vloeibare metaal staat me nog helder voor ogen. Behalve dat ik wéét dat er ook molens staan, heb ik er geen herinnering aan. Reden te meer om er weer eens te gaan kijken.

Na een stroopwafel en kaneelstokjes belandden zoon en ik in molen De Huisman waar we lichtelijk uit het lood geslagen werden door het zien staan van het boek De Schilders van de Zaan waar op het omslag wijlen schoonmoeder en oma Jola de Rijcke prijkt, natuurlijk geschilderd door eveneens wijlen Peter de Rijcke. Overrompeld door deze vondst, in combinatie met een vloed aan herinneringen, togen we geëmotioneerd verder en kwamen uit bij verfmolen De Kat.

Het was me geheel ontschoten maar in het verleden heb ik nog wel eens pigmenten via verfmolen De Kat besteld; al lange tijd runnen ze een informatieve website naast de molen. Omber werd er gemalen op het moment dat wij er waren, en na de molen technisch bestudeerd te hebben, bezochten we het kleine winkeltje. Niets dan fröbelspulletjes en lekkernijen, of wacht, ergens in een hoekje verkochten ze ook pigmenten. Natuurlijk, de echte doelgroep voor pigmenten weet de website van De Kat wel te vinden, toeristen nemen liever iets anders mee naar huis.

Ik kocht een potje "Ultramarijn blauw P.B.29"; mooi helder blauw. Het potje zelf is niet van super helder glas gemaakt, er lijkt een wittige waas in het glas te zitten. Je moet echt, zoals ik op mijn atelier pleegde te doen, de dop eraf draaien en het dan dicht bij één van je ogen houden. Fijne sensatie!

Jamie Hince


Somewhere in 2004 I felt the urge to discover new music. Not necessarily new as in ground breaking in technological sense, I just had the feeling there should be more people around who play the musical style and record the mood that I fancy.

My crave, keep in mind this was the pre-Spotify era, lead me to play records at record stores and seek the internet for MP3's of various bands. It left me with an unsatisfactory feeling though.

I had always been fond of the darker melodic songs supported with groovy guitar riffs, like songs from the Sticky Fingers or Exile on Main Street albums of the Rolling Stones or any of the more anarchistic but gloomy Nirvana songs. After a while I discovered The White Stripes, famous for their blues oriented and stripped down songs, supported by a minimal setup of voice, drums and guitar. I was intrigued by the way Jack and Meg were able to build a sonic landscape with minimal instruments, yet rocking it! I was lucky to see them live in Amsterdam in 2005.

About the same time I ran into the Kills. I cannot recall precisely how I encountered their music but I was hooked. This was even more minimalistic than the White Stripes: recorded in a very DIY way, raw and punky yet melodic due to the female singer, Alison Mosshart, who has a powerful poetic voice.

And then that guitar playing, that swampy, groovy playing style, that was something I was very attracted to. Jamie Hince combines riffs and rythm to compose dark undercurrents, supported by a simple drum computer, especially in the early days. He is able to shape beautiful darkness in his playing style, without using too many guitar pedals or other sound effect. His playing is rich yet never over-the-top, very well thought-out but never too sophisticated and or bombastic. The songs become quite minimal yet warm and embracing.

Their cover of Pale Blue Eyes, originally from The Velvet Underground, released as side track on the Kills single The Last Goodbye, is much darker than its original version and sounds like a duet between a guitar and a singer. They stay true to the original version though, but made it more edgy and less lively yet lucid, adding a gloomy undertow.

Similarly I like the dead simple Dead Road 7, a song that reminds me of early raw blues recordings of Robert Johnson. The guitar howls and screeches, the song's lyrics are of great simplicity. Its power lays in the fact that the Kills are able to create a great song from the ingredients.

I've always been a fan of small musical setups: one or two guitars, zero or one bass player and some form of rythm, a drummer or a drumming machine. It all comes together in the Kills, in their mix of UK punk rock influences combined with American blues and rock. Jamie Hince deserves more credit and recognition for his contributions to guitar playing due to his unique style and particular sound.

Photo: Vincent Bruijn, 2014

Het Grote Raam


Het Kröller-Müller Museum is één van de mooiste musea van Nederland. De door Wim Qwist ontworpen toevoegingen aan het oorspronkelijke gebouw zijn het mooist, vooral het hoekje waar nu Roni Horns kunstwerken staan, maar waar tot voordat die daar geplaatst waren, twee Marcel Breuer Club Chairs en een tafeltje stonden. Je had het gevoel op de thee te zijn bij de natuur, je zat binnen, maar toch zo ongeveer tussen de bomen. Ik schreef hier in 2018 al eens over. Ook noemde ik daar het Louisiana Museum of Modern Art, gelegen ten noorden van Kopenhagen in Denemarken.

Beide musea kenmerken zich door de ligging in de natuur. Beide hebben ook een zeer kenmerkende locatie binnen het gebouw waar architectuur, kunst en natuur samenkomen. In het museum in Otterlo is dat voornoemde hoek, waar grote glaspartijen ervoor zorgen dat je op gelijke voet met de natuur staat. In het Louisiana Museum bestaat een zaal met smalle hoge ramen die uitkijken op een door divers groen omzoomde vijver. Architectonisch zijn beide situaties goed uitgewerkte ideeën: de relatie die binnenruimte en buitenruimte aangaan is verbindend, daarmee het contrast benadrukkend tussen natuur en cultuur, maar de buitenruimte gaat ook een rol spelen in de binnenruimte.

Toen wij ons huidige huis in 2017 betrokken hadden we al snel het plan om te verbouwen. Het kostte ons zeker vier jaar om tot een plan te komen, en na een architect in de arm genomen te hebben vorderde het ontwerp vlotter. Ik had in de opdracht meegegeven: we willen aan de achterzijde maximaal glas, om zoveel mogelijk licht te vangen, zodat we ook in de winter een licht huis hebben. De architect heeft dat vrij letterlijk genomen en tekende een raampartij van 5 meter breed en 3,40 meter hoog. Dat is ongeveer 17 vierkante meter glas verdeeld over vier grote ramen. "Het Grote Raam" noemen we het, naar Marcel Duchamps "The Large Glass" uit 1918.