Folkert de Jong vind ik een zeer goede beeldhouwer. Alles wat een goede beeldhouwer betaamt, kan of heeft hij: gevoel voor massa, detail, verhoudingen, beheersing van zijn materiaal, beheersing van zijn thematiek. De tentoonstelling in het Groninger Museum laat in een pakkend overzicht zien wat zijn capaciteiten zijn, en de hoop die hij daarmee geeft voor wat we in de toekomst mogen verwachten. Ik heb dus de catalogus gekocht.
Wanneer je de catalogus doorbladert, valt je wel meteen één lacune op in de Jongs werk, dat door het Groninger Museum zeer goed ondervangen is. Folkert de Jong is een beetje ouderwets, hij is net Rodin, en die is al bijna honderd jaar dood! Iedere cataloguspagina laat een mooie grote afbeelding zien van een bepaald werk, soms ondersteund door een detailfoto of overzichtsfoto. Iedere foto heeft een grijze achtergrond, of de witte muren van een museumzaal als decor waarin de figuren fungeren. Alle werken verworden zo tot eenlingen, tot geisoleerde beelden die, net als de Denker van Rodin, niet meer dan hun sokkel als domein hebben. Als je het bezoek aan het Groninger Museum vergeten zal zijn, zijn de catalogusfoto's arme beelden om de Jongs werk op te beoordelen. Want het Groninger Museum heeft eigenlijk de Jongs werk afgemaakt: de muren van iedere zaal zijn geschilderd in een kleur die voorkomt, of past bij het getoonde werk. Daarmee stap je als beschouwer het werk van de Jong binnen en zuigt het je op. In plaats van afstandelijke toeschouwer, vind je jezelf terug als participant. Hierdoor vroeg ik me bijvoorbeeld af of mijn eigen olijkheid misschien niet toch meestal misplaatst is, of ik niet toch ook gewoon achterlijk ben en me met deze blogposts mezelf een rad voor ogen draai, net als de ziekelijke commedianten die Folkert de Jongs werk bevolken. 1 - 0 dus, wordt de uitslag, en ja, heel belerend, hopelijk heeft Folkert de Jong van deze tentoonstelling geleerd.