Goed, een 'once in a lifetime' was het dus niet, zoals ik in november 2008 suggereerde over de met diamanten bezette schedel van Damien Hirst. Laatst was ik in Londen om met Berndnaut naar de Saatchi Gallery te gaan omdat hij daar deelneemt aan een tentoonstelling.
Op tijd vertrokken uit Amsterdam waren we dus vroeg bij Tate Modern, waar nu de 'First Major Damien Hirst Exhibition in the UK' te zien is. Ik vind het nogal een groot woord: 'Major'. Goed, de haai op sterk water (één van de tofste titels ooit: 'The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living'!) is er te zien, de 'Pharmacy', 'Mother and Child Divided' en 'For The Love Of God'. God zij dank zijn we eerst naar de Turbine Hall gegaan waar de schedel te zien is, want we konden daardoor meteen het zwarte optrekje in. Wederom een fantastische belevenis; wanneer je door je oogharen naar de diamanten kijkt, zie je regenbogen schitteren, net als alsof je hallucineert van paddo's.
Maar toch jammer, dat de Turbine Hall, toch een immens groot en buiten proportionele ruimte, matig gevuld werd met een zwart velours bekleed huisje met de schedel. Jammer ook dat van de stippenschilderijen er maar een dertigtal te zien was. Damien Hirst is toch voor mij de kunstenaar die het vooral ook moet hebben van zijn aanwezigheid. Waarom dan niet vijfhonderd stippenschilderijen? Gewoon zaal na zaal stippenschilderijen, om de inwisselbaarheid, maar ook zeker de vermarketing, van zijn werk te tonen, wat toch de kern van deze serie, zo niet zijn oeuvre, is. Ik zou de schedel middenin de Turbine Hall hebben gezet, de hele hal met zwarte vloerbedekking hebben bekleed, één sokkel, tien beveiligers er omheen en vanaf het plafond (30+ meter?) twintig sterke spots ophangen zodat alle glitter van de diamanten door de hele hal te zien is.
Hopelijk in de niet al te verre toekomst...