Kunst laat je de wereld anders bekijken, zeggen ze. Wijlen JCJ Vanderheyden achtervolgt mij, lijkt het. Eind jaren negentig kocht ik bij een kringloopwinkel een uniek catalogusje over zijn werk, uitgegeven begin jaren zeventig. Sindsdien laat hij me niet meer los. Een zeer Hollandse on-Hollandse kunstaar, in mijn ogen. Zijn werk is herkenbaar en nieuw tegelijk, tijdloos en typisch twintigste eeuws, abstract en ja, figuratief, of juist concreet ineen.
Op een kantoor waar ik regelmatig kom hangt een enorme zeefdruk van JCJ Vanderheyden, onduidelijk gesigneerd, niet eens uitzonderlijk aanwezig; de meeste mensen op het kantoor zegt het niet zoveel. Toch kijk ik er regelmatig naar en word ik er heel blij van. Het is een afbeelding vanuit een oud vliegtuig genomen, je ziet de randen van het raampje, een deel van de vleugel, een stuk van de motor en op de achtergrond de aarde: woeste bergen met ijs en sneeuw. Ik heb geen idee waar het genomen is, wanneer het gemaakt is. Maar het is typisch JCJ Vanderheyden. Het raampje is een pupil: een klein gat waardoor het licht van de buitenwereld naarbinnen sijpelt, in dit geval opgevangen door een andere pupil, de lens van de fotocamera.
Iedere keer dat ik in een vliegtuig zit en met daglicht vlieg, moet ik denken aan dat beeld van Vanderheyden en kan dan niet de wens onderdrukken een soortgelijke afbeelding te maken.