Ik blijf nog even hangen in het Stedelijk Museum Amsterdam. Ik ben bevooroordeeld, ik woon er dichtbij, ik heb mijn hart er aan verpand. Het is allemaal waar. Maar het is toch ook zo dat de collectie uitblinkt in hoogtepunten? Nu houd ik op met dat idealiseren van dat instituut. Want waar draait het nu eigenlijk om? Precies: om visuele zaken.
Vanaf de eerste ontmoeting met het werk van Sol LeWitt ben ik er gek op. Ik weet niet meer waar of wanneer dat was, maar wel dat het tijdens mijn academietijd was. Ik was destijds enorm fan van fundamentele schilderkunst, minimalistische kunst en Colorfield Painting. Nu nog steeds, trouwens, kijk ik graag naar Elsworth Kelly, Kenneth Noland, Morris Louis en Frank Stella, om er een paar te noemen. Sol LeWitt wordt ook tot de conceptuelen gerekend, en terecht. Met zijn Sentences on Conceptual Art heeft hij toch een soort manifest voor gedematerialiseerde kunst gemaakt. Ik heb het ooit een computer aan me voor laten lezen en er een luisterboek van gemaakt. Dat klonk nogal alsof Kraftwerk het voorlas.
Het meeste houd ik van de muurschilderingen en -tekeningen van Sol LeWitt. De eenvoud en kracht van de tekeningen, de directheid van het tekenen op een muur, het spreekt me zeer aan. Graag wil ik in huis nog eens een muur in gebruik nemen als Sol LeWitt expositieruimte en er iedere drie maanden een nieuwe Wall Drawing op aanbrengen. Voor alsnog blijft het bij een idee, maar wie weet.
In het Stedelijk Museum Amsterdam hebben ze fantastisch groot een hele muur aan hem besteed. Deze Wall Drawing #1084 is al vaak in de media op foto’s te zien geweest, maar nog niet zoals ik hem gefotografeerd heb, namelijk full frontal met voldoende licht: keihard Sol LeWitt!